U weet toch dat in het rijk van de liefde niet dezelfde regels gelden als in de fysische realiteit. Dit is een domein waarin elke generatie opnieuw het warm water dient uit te vinden en elke poging waarin de oudere generatie de jongere dient te behoeden, hoezeer die ook met de mantel der liefde is bedekt, is een embargo op een nog onontdekte wereld, de aarde ontkoppelen van haar zon.
Het is beslist waar, kennen heelt de wonde die het zelf is.Then there were sights, the deeper for suppression.
And stolen glances, sweeter for the theft,
And burning blushes, though for no transgression.
Tremblings when met, restlessness when left
Als je goed door open duren wilt komen, moet je rekening houden met het feit dat ze vaste posten hebben: dit principe, waarnaar de oude professor altijd had geleefd, is eenvoudig een eis van de werkelijkheidszin. Maar als werkelijkheidszin bestaat, en niemand zal eraan twijfelen dat deze bestaansrecht heeft, dan moet er ook iets bestaan dat je mogelijkheidszin kunt noemen.Wie dit bezit zegt bijvoorbeeld niet: hier is dit of dat gebeurd, zal gebeuren, moet gebeuren; maar hij bedenkt: hier zou, moest, of had iets kunnen gebeuren, en als je hem dan van het een of ander uitlegt dat het is zoals het is, dan denkt hij: ach, het zou waarschijnlijk ook anders kunnen zijn. Aldus zou de mogelijkheidszin welhaast te definiëren zijn als het vermogen om alles te denken wat evengoed zou kunnen zijn, en om aan wat is geen grotere betekenis te hechten dan aan wat niet is. Men ziet dat de gevolgen van een dergelijke creatieve aanleg opmerkelijk kunnen zijn, en betreurenswaardig genoeg laten ze niet zelden als verkeerd voorkomen wat de mensen bewonderen en wat ze verbieden als toegestaan, of ook wel beide als niet ter zake doend. Zulke mogelijkheidsmensen leven, zegt men, in een fijner spinsel, in een spinsel van neven verbeelding, dromerijen en conjunctieven; bij kinderen die deze neiging vertonen bant men deze met alle macht uit en tegen hen zegt men dat zulke mensen fantasten, dromers, zwakkelingen en betweters of muggezifters zijn.Als men hen wil prijzen noemt men deze dwazen ook wel idealisten, maar daarmee omvat men kennelijk alleen hun zwakke variëteit, die de werkelijkheid niet kan begrijpen of haar kleinzerig uit de weg gaat, bij wie dus het ontbreken van werkelijkheidszin werkelijk een begrip betekent. Het mogelijke omvat evenwel niet alleen de dromen van zenuwzwakke personen maar ook de nog niet gewekte intenties van God. Een mogelijke ervaring of een mogelijke waarheid is niet gelijk aan een werkelijke ervaring of een werkelijke waarheid minus de waarde van hun werkelijk-zijn, doch ze hebben, tenminste in de ogen van hun aanhangers, iets zeer goddelijks in zich, een vuur, een opwaartse vlucht, een wil om te bouwen en een bewust utopisme dat de werkelijkheid niet schuwt maar juist als een opdracht en een ontwerp behandelt. Tenslotte is de wereld helemaal niet oud en had blijkbaar nog nooit in zulke gezende omstandigheden verkeerd. Als men nu op een makkelijke manier de mensen met werkelijkheidszin en die met mogelijkheidszin van elkaar wil onderscheiden, dan hoeft men alleen maar aan een bepaalde som gelds te denken. Alles wat bijvoorbeeld een bedrag van duizend mark aan mogelijkheden bevat, bevat het zonder twijfel, of men het bezit of niet; het feit dat mijnheer Ik of mijnheer Jij het bezit voegt daar evenmin iets aan toe als aan een roos of een vrouw. Maar een dwaas stopt het in een kous, zeggen de werkelijkheidsmensen, en een verstandig iemand doet er iets mee; zelfs aan de schoonheid van een vrouw wordt ontegenzeglijk iets toegevoegd of afgedaan door degene die haar bezit. Het is de werkelijkheid die de mogelijkheden wekt, en niets zou zo verkeerd zijn als dat te ontkennen. Toch zullen het in de totaliteit of gemiddeld altijd dezelfde mogelijkheden blijven, die zich net zo lang herhalen tot er een mens komt voor wie iets werkelijks niets meer betekent dan iets gedachts. Hij is het die de nieuwe mogelijkheden pas hun zin en hun bestemming geeft, en hij wekt ze.Zo’n man is echter beslist niet een eenduidige aangelegenheid. Omdat zijn ideeën, voor zover het geen loze hersenspinsels zijn, niets dan nog niet geboren werkelijkheden zijn, heeft natuurlijk ook hij werkelijkheidszin, maar het is een zin voor de mogelijke werkelijkheid, en die bereikt zijn doel veel langzamer dan de zin voor hun werkelijke mogelijkheden die de meeste mensen eigen is. Hij wil als het ware het bos, en de ander wil de bomen; en bos, dat is iets dat moeilijk onder woorden te brengen is, terwijl bomen daarentegen zo- en zoveel kubieke meter hout van een bepaalde kwaliteit vertegenwoordigen. Of misschien kan men het beter anders stellen en zeggen dat de man met gewone werkelijkheidszin op een vis lijkt die naar de haak hapt en de lijn niet ziet, terwijl de man met die werkelijkheidszin die je ook mogelijkheidszin kunt noemen, een lijn door het water trekt en er geen notie van heeft of er aas aan zit. Een buitengewone onverschilligheid jegens het naar het aas happende leven staat bij hem tegenover het gevaar dat hij volstrekt zonderlinge dingen doet. Een onpraktisch man - en dat lijkt hij niet alleen maar dat is hij ook - blijft onbetrouwbaar en onberekenbaar en de omgang met mensen. Hij zal handelingen verrichten die voor hem iets anders betekenen dan voor anderen, maar hij stelt zichzelf steeds gerust over alles zolang het maar in een buitengewoon idee valt samen te vatten. En bovendien staat hij tegenwoordig heel ver af van een consequente houding. Het zou bijvoorbeeld heelgoed kunnen dat een misdaad waarvan iemand de dupe is, hem alleen maar als een maatschappelijk feilen voorkomt, waar niet de misdadiger de schuld van draagt maar de inrichting van de samenleving. Daarentegen is het nog maar de vraag of hij een oorvijg die hij zelf ontvang zal opvatten als een belediging van de kant van de maatschappij of als iets dat tenminste even onpersoonlijk is als de beet van een hond; waarschijnlijk zal hij in dat geval eerst de oorvijg vergelden en vervolgens vinden dat hij dat niet had moeten doen. En vooral als men een geliefde van hem afpakt zal hij de werkelijkheid van dit incident voorlopig nog niet helemaal kunnen negeren en zich met een verrassend, nieuw gevoel schadeloos kunnen stellen. Deze ontwikkeling is momenteel nog aan de gang en betekent voor een mens zowel een zwakte als een kracht.En omdat het bezit van eigenschappen een zeker plezier in hun werkelijkheid vooronderstelt, vergunt dat ons een blik op hoe het iemand die ook tegenover zichzelf geen werkelijkheidszin kan opbrengen, onverwachts kan overkomen dat hij zichzelf op een goede dag als een man zonder eigenschappen ziet.- Robert Musil, Der Mann ohne EigenschaftenI'm in love with the world through the eyes of a girl Who's still around the morning after We broke up a month ago, and I grew up - I didn't know I'd be around the morning afterIt's always been wait and see A happy day and then you'll pay And feel like shit the morning after But now I feel changed around And instead of falling down I'm standing up the morning after Situations get fucked up and turned around sooner or later I could be another fool or an exception to the rule You tell me the morning afterCrooked spin can't come to rest I'm damaged bad at best She'll decide what she wants I'll probably be the last to know No one says it 'til it shows See how it is, they want you or they don't Say yesI'm in love with the world through the eyes of a girl Who's still around the morning after
But passion most dissembles, yet betrays
Even by its darkness; as the blackest sky
Foretells the heaviest tempest
In het voorjaar van 1787 kwam het tot een onverkwikkelijke amoureuze affaire, die de laatste maanden in Dresden voor hem totaal vergalde. In februari 1787 leerde Schiller op een gemaskerd bal de negentienjarige Henriette von Arnim kennen, een in de hele stad bekende schoonheid, naar wier gunsten welgestelde heren dongen: zwarte lokken, een lichte huid, bruine ogen. Zij had het kostuum van een zigeunerin gekozen. Schiller liet haar zijn hand lezen en danste de hele nacht met haar. Hij werd verliefd. Hij liet zich door de waarschuwende woorden van Körner dat Henriette door haar moeder voor een betere partij was bestemd niet weerhouden. Hij maakte de jonge vrouw het hof en die liet zich dat graag welgevallen, zonder haar andere aanbidders op te geven. Henriete had met hem afgesproken dat een brandende kaars in haar raam het sein zou zijn dat zij hem niet kon ontvangen. Minna Körner kwam er echter naar eigen zeggen achter dat dit teken ertoe diende Schiller op afstand te houden en tegeljk de rivalen die op dat moment in haar gunst stonden aan te lokken. Schillers hartstocht groeide met de jaloezie. Twee maanden duurde de relatie tot de Körners hun vriend overhaalden een tijdje naar het na bijgelegen stadje Tharandt te verhuizen en om daar eindelijk ongestoord Don Karlos af te maken. Er zijn twee brieven van Henriette aan Schiller bewaard gebleven. In haar brief van 28 april 1787 doet de negentienjarige zich voor als en vrouw die teleurstellingen heeft moeten verwerken en daarom heeft besloten niet meer verliefd te worden, maar alleen nog anderen verliefd te maken: “Ik wilde net zo lichtzinnig worden als de meeste manspersonen en oppassen voor alles wat mijn gevoel zou kunnen prikkelen en toch een leger aanbidders om me heen verzameld houdenâ€. Maar Schiller had haar voornemens in de war gestuurd. Tegenover hem kon ze haar hart niet meer ‘voor de liefde behoeden’. Schillers brieven aan Henriette zijn niet meer bewaard gebleven, maar uit haar tweede brief van 5 mei valt op te maken dat Schiller de eerste kennelijk niet als liefdesverklaring maar als bekentenis van haar koketterie heeft opgevat en dat hij haar van haar vroegere vrijages een verwijt heeft gemaakt. Zij antwoordt zelfbewust: “U rekent mij als een misdaad aan wat u uzelf toch ook zou moeten verwijten.†Zij verweert zich tegen zijn door haar als aanmatigend ervaren gedrag: “Elke passage in uw brief bewijst me dat bij u de trots nog veel sterker is dan de liefdeâ€. Zo gaat het een tijdje heen en weer, beiden wantrouwen elkaar en kunnen elkaar toch niet loslaten. Op 2 mei stuurt Schiller haar een gedicht waarin de verwarring der gevoelens van dat moment herleid worden tot het gemaskerde bal waar ze voor het eerst nader tot elkaar waren gekomen. ‘Een treffend beeld van’t aardse leven, / ’n gemaskerd bal heeft me jou als vriendin gegeven. / Mjin eerste aanblik was – bedrog. / Maar ons verbond, gesloten onder grappen, / bevestigde de sympathie der harten / Het begin van onze vriendschap was slechts schijn! / (alleen) De voortzetting zou waarheid moeten zijn.’I'm not who i have in memory. Nor who is in me now. If i think, i self-dismember. If i believe, there is no end.
Courage! for life is striding To endless life along; The sense in love abiding, Grows clearer and more strong. One day the stars, down dripping, Shall flow in golden wine: We, of that nectar sipping, As living stars will shine.