The history of the Dutch rockband An Arm’s Length reads almost like a adventure novel. After years of lo-fi mourning poems, a spark of light appears in the darkness. Joy and energy take over and in a wink of an eye the uptempo rocksong is born. Those songs always contain a few verses, a chorus and a bridge. Nothing special, but when these songs are performed by some lost cowboys in a sailorchoir, it’s getting interesting. The first proof of this sound is the EP Leave You Here (2008), inspired by Johnny Cash and Mike Ness (Social Distortion) and appoved by The Clash and The Pogues. Whether the band performs at an Norwegian pub or at a Dutch popvenue: An Arm’s Length’s ‘no nonsense’-rock fits best on any stage.
De geschiedenis van de Utrechtse band An Arm’s Length leest bijna als een schelmenroman. Na jaren van lo-fi klaagliederen verschijnt er plotseling licht in de duisternis. Speelplezier en energie steken de kop op en de uptempo rocksong is geboren. Steevast bestaat zo’n nummer in het geval van An Arm’s Length uit een paar coupletten, een refrein en een brug. Niks bijzonders dus, maar als deze liedjes gebracht worden door verdwaalde cowboys in een zeemanskoor, wordt het toch nog interessant. De EP Leave You Here (2008) is het eerste wapenfeit van dit geluid, geïnspireerd door Johnny Cash en Mike Ness (Social Distortion) en goedgekeurd door The Clash en The Pogues. Of de band nu in een Noorse kroeg of een Nederlandse popzaal staat: op het podium komt de ‘no nonsense’-rock van An Arm’s Length het best tot zijn recht.